Kunnen we steden en gebouwen ontwerpen die de tand des tijds doorstaan? Onze hedendaagse levens zijn steeds meer genetwerkt en vervlochten, waardoor bestaande prototypes van steden en gebouwen voor nieuwe uitdagingen staan. Naast duidelijke categorieën en hiërarchieën, moeten stedelijke ruimtes nu meerdere functies, mensen en momenten huisvesten in een vaak onvoorspelbare volgorde en met wisselende logica. Wat betekent deze ontwikkeling voor stedenbouwers, woningcoöperaties en ontwikkelaars? En hoe kunnen architecten met hun ontwerpen voldoen aan de eisen van onze steeds meer rizomatische levens voor de lange termijn?
Vier jaar lang werkte architect Michael van Bergen aan het project Pakhuis Amsterdam, waarin scenario-denken een antwoord moest bieden op deze vragen. Een klein stadsappartement van slechts 63m2 werd omgedoopt tot architectenlab waar, in samenwerking met kunst- en ambachtslieden, het luxe, dynamische stadsleven moest worden vertaald. Van Bergen: “We zochten naar antwoorden in het ontwerpen van objecten met een veelvoud aan functies. Ze moesten de ruimte kunnen definiëren, maar ook de ruimte in een handomdraai kunnen laten veranderen in een ander plot”. Daarbij zijn de objecten ontworpen als demontabel en van duurzaam, kwalitatief materiaal om toekomstige circulariteit te waarborgen.
Van Bergen ontdekte in dit ‘lab’ dat scenario-denken met personages en bijzondere objecten, ervoor kan zorgen dat architectuur ruimtelijker, veelzijdiger en daarmee tijdlozer wordt. Dit alles is vastgelegd in de korte film Pakhuis Amsterdam door de befaamde filmmaker Rolf van Eijk.